Examples of using "20 ans" in a sentence and their dutch translations:
Muiriel is nu 20 jaar oud.
Hij leefde nog twintig jaar
Ik ben twintig geworden.
Muiriel is nu 20 jaar oud.
Ik ben twintig jaar geleden geboren.
Hij schreef dat boek toen hij 20 jaar was.
Tot ik 20 jaar geleden naar de Kalahari ging.
In twintig jaar beklom hij Mount Everest 21 keer:
Mijn jongere zuster is getrouwd voor haar twintigste.