1. Home
  2. Translation in context
  3. French-Dutch
  4. Divorce

Translation of "Divorce" in Dutch

0.013 sec.

Examples of using "Divorce" in a sentence and their dutch translations:

L'Église catholique s'oppose au divorce.

De Katholieke Kerk is tegen echtscheiding.

Elles ont fait allusion au divorce.

Ze hadden het over een scheiding.

Tom boit beaucoup depuis le divorce.

Tom drinkt veel na zijn scheiding.

- Le divorce a été prononcé par consentement mutuel.
- Le divorce s'est déroulé de façon consensuelle.

De echtscheiding geschiedde met wederzijdse instemming.

J'ai eu peur qu'elle divorce de moi.

Ik werd bevangen door de angst dat zij van mij zou gaan scheiden.

Je n'ai pas vu mon ex-femme depuis notre divorce.

Ik heb mijn ex-vrouw niet gezien sinds onze scheiding.

Avec le divorce, on perd non seulement son partenaire, mais aussi ses amis.

Met de scheiding verliest men niet alleen zijn partner, maar ook zijn vrienden.

Il était évident pour tout le monde que le mariage finirait tôt ou tard par un divorce.

Het was voor iedereen duidelijk dat het huwelijk vroeg of laat op een scheiding zou uitdraaien.