Translation of "Fiancé" in Dutch

0.010 sec.

Examples of using "Fiancé" in a sentence and their dutch translations:

Mon fiancé semble sérieux.

Mijn vriendje lijkt serieus te zijn.

Je suis fiancé avec elle.

Ik ben met haar verloofd.

Il est fiancé à ma sœur.

Hij is verloofd met mijn zuster.

Il s'est fiancé à ma cousine.

Hij is verloofd met mijn nicht.

Elle parle souvent avec son fiancé.

Ze spreekt vaak met haar verloofde.

Son fiancé lui offrit une très grosse bague.

Haar verloofde gaf haar een heel grote ring.

- Je suis fiancé avec elle.
- Je suis fiancée avec elle.

Ik ben met haar verloofd.