Examples of using "Habillé" in a sentence and their dutch translations:
Tom kleedde zich aan.
- Hou je wat in!
- Kalm maar!
Hij baadde en kleedde zich aan.
Tom kleedde zich aan.
- Tom was verkleed als kerstman.
- Tom was gekleed als de kerstman.
Tom is gekleed als de kerstman.
Tom kleedde zich aan en deed zijn schoenen aan.
Tom kleedde zich aan.
Als je met zo weinig kleren naar buiten gaat, vat je nog kou.
Hij draagt een deftig pak.
"Daarin zou ik er als een echte James Bond uitzien," zei Dima tegen zichzelf, en ging toen de winkel binnen.
- Ik wil u spreken zodra u aangekleed bent.
- Ik wil je spreken zodra je aangekleed bent.
Als je met zo weinig kleren naar buiten gaat, vat je nog kou.