Examples of using "Dar" in a sentence and their dutch translations:
Tom bood Maria een zakdoek aan.
Wat stellen deze punten op de kaart voor?
De rode lijnen op de kaart stellen spoorwegen voor.
Peter en Eva zijn een mooi koppel.
Een recht zonder plicht is een privilegie.
De rode lijnen op de kaart stellen spoorwegen voor.