Translation of "Festziehen" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Festziehen" in a sentence and their dutch translations:

- Du musst den Knoten festziehen.
- Ihr müsst den Knoten festziehen.
- Sie müssen den Knoten festziehen.

- U moet de knoop strakker maken.
- U moet de knoop strakker trekken.
- Jullie moeten de knoop strakker maken.
- Jij moet de knoop strakker maken.
- Je moet de knoop strakker trekken.

Sie müssen den Knoten festziehen.

- U moet de knoop strakker maken.
- U moet de knoop strakker trekken.
- Zij moeten de knoop strakker trekken.
- Zij moeten de knoop strakker maken.

Ihr müsst den Knoten festziehen.

- Jullie moeten de knoop strakker maken.
- Jullie moeten de knoop strakker trekken.

Du musst den Knoten festziehen.

- Jij moet de knoop strakker trekken.
- Jij moet de knoop strakker maken.

Die Flasche durch und festziehen. Und dann müssen wir sie nur noch hier eingraben.

De thermos erdoor, vastmaken... ...en dan begraven we hem gewoon hier.