Examples of using "Gaben" in a sentence and their dutch translations:
Ze gaven het op.
Maar ze gaven ons zilveren munten.
We gaven onze ontdekking zijn naam:
- We gaven hen geld en kleding.
- We voorzagen hen van geld en kleren.
Zij gaven enkel concerten.
Veel Amerikanen gaven Spanje de schuld.
Ze gaven Tom een stuk taart.
Ze waren blij te voorzien in clichés achteraf:
Ze gaven het aan mij.
Ze deden alsof ze van niets wisten.
Hij ging naar haar toe en ze schudden elkaar de hand.
Ze hebben Toms lichaam opgegraven en gaven hem een waardige begrafenis.
Vikingschepen, en een beheersing van zeemanschap en navigatie, gaven hen de mogelijkheid om naar believen toe te slaan
Met dat plan deden we alsof... ...een overleden persoon in Buenos Aires naar Uruguay werd gebracht.
Vele soldaten gaven hun vrouw een afscheidskus.
Tom en Maria zijn op Valentijnsdag getrouwd.