Examples of using "Geschneit" in a sentence and their dutch translations:
Het had gesneeuwd.
Het sneeuwde gisteren.
Heeft het gisteren gesneeuwd?
Helaas sneeuwde het.
Er is veel sneeuw gevallen.
- Het had gesneeuwd.
- Het heeft gesneeuwd.
- Het was aan het sneeuwen.
Het sneeuwde.
Het was al de hele week aan het sneeuwen.
Het heeft afgelopen jaar veel gesneeuwd.
Het heeft de hele nacht gesneeuwd.
Het was al de hele week aan het sneeuwen.
- Vorig jaar was er veel sneeuw.
- Er was veel sneeuw vorig jaar.
- Het heeft afgelopen jaar veel gesneeuwd.
Het heeft de hele dag gesneeuwd.
Het sneeuwde tien dagen aan een stuk.
- Het sneeuwde gisteren.
- Gisteren viel er sneeuw.
Het sneeuwde in Osaka.
Er is veel sneeuw gevallen.
Het heeft de hele dag gesneeuwd.
Het sneeuwde gedurende vier dagen.
- Vorig jaar was er veel sneeuw.
- Er was veel sneeuw vorig jaar.
- Het heeft afgelopen jaar veel gesneeuwd.
- Vorig jaar was er veel sneeuw.
- Het heeft afgelopen jaar veel gesneeuwd.
Het sneeuwde van maandag tot vrijdag.
In de eerste maand van dat jaar zag ik dat het vier dagen sneeuwde, van de 14e tot de 17e.
's Nachts viel er een flink pak sneeuw. De volgende morgen verschenen op de straten oma's met kleinkinderen op sleetjes, en 's middags na schooltijd barstten in het park de sneeuwballengevechten los.