Examples of using "Jahreszeiten" in a sentence and their dutch translations:
In Japan zijn er vier seizoenen.
Van de vier seizoenen hou ik het meest van de zomer.
Maar richting het noorden of zuiden... ...verschuift de balans met de seizoenen.
- In de volgende les gaan we de dagen van de week studeren, de maanden en de jaargetijden.
- In de volgende les gaan we de dagen van de week, de maanden en de seizoenen studeren.
In de volgende les gaan we de dagen van de week studeren, de maanden en de jaargetijden.