1. Home
  2. Translation in context
  3. German-Dutch
  4. Marke

Translation of "Marke" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Marke" in a sentence and their dutch translations:

Bald Marke

binnenkort.

- Welche Marke ziehst du vor?
- Welche Marke magst du lieber?

Welk merk heb je het liefst?

Auldey ist eine chinesische Marke.

Auldey is een Chinees merk.

Eine GPS-Marke an einigen der Muttertiere angebracht,

een gps-tag aan een aantal moeder-zeehonden bevestigd,

Diese Marke misst den Aufenthaltsort und die Tiefe

Deze tag meet locatie en diepte

Was für eine Marke und Farbe hat das Auto des Direktors?

Welk merk en kleur heeft de auto van de directeur?

Haben Sie kürzlich die Marke Ihrer Seife oder Ihres Wäschewaschmittels gewechselt?

- Bent u onlangs van zeep of wasmiddel veranderd?
- Ben je onlangs van zeep of wasmiddel veranderd?