Translation of "Programmieren" in Dutch

0.095 sec.

Examples of using "Programmieren" in a sentence and their dutch translations:

Tom lernt das Programmieren.

Tom leert te programmeren.

Diese Zivilisation könnte reproduktive Sonden programmieren,

Die beschaving zou zelfreproducerende sondes kunnen programmeren

Tom hat vom Programmieren keine Ahnung.

Tom heeft geen verstand van programmeren.

Das wäre etwas, das ich programmieren sollte.

Dat zou iets zijn wat ik zou moeten programmeren.

Die meisten Programmierer hassen Fehlerbehebung. Es macht mehr Spaß, Bugs zu programmieren, als sie zu beheben.

- De meesten haten foutopsporing. Het is plezanter fouten te programmeren dan ze te verwijderen.
- De meeste ontwikkelaars hebben een hekel aan debuggen; het is leuker om programmeerfouten te maken dan ze op te lossen.

- Die meisten Programmierer hassen Fehlerbehebung. Es macht mehr Spaß, Bugs zu programmieren, als sie zu beheben.
- Die meisten Programmierer hassen die Fehlerbeseitigung. Es macht mehr Spaß, Fehler zu erzeugen, als sie zu beseitigen.

De meeste ontwikkelaars hebben een hekel aan debuggen; het is leuker om programmeerfouten te maken dan ze op te lossen.