Examples of using "Programmieren" in a sentence and their dutch translations:
Tom leert te programmeren.
Die beschaving zou zelfreproducerende sondes kunnen programmeren
Tom heeft geen verstand van programmeren.
Dat zou iets zijn wat ik zou moeten programmeren.
- De meesten haten foutopsporing. Het is plezanter fouten te programmeren dan ze te verwijderen.
- De meeste ontwikkelaars hebben een hekel aan debuggen; het is leuker om programmeerfouten te maken dan ze op te lossen.
De meeste ontwikkelaars hebben een hekel aan debuggen; het is leuker om programmeerfouten te maken dan ze op te lossen.