Examples of using "Richard" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben Ricardo.
Richard zei dat zijn moeder ziek was, wat gelogen was.
Na noodbehandeling dacht Fitzpatrick dat hij volledig was hersteld...
Maar het was tijdens de dag, terwijl hij aan het werk was... ...dat marinebioloog Richard Fitzpatrick ten prooi viel aan een boze zee-egel.