Examples of using "Uhrzeit" in a sentence and their dutch translations:
- Hoe laat?
- Om hoe laat?
- Wij vroegen om de tijd.
- Wij vroegen hoe laat het was.
Hoe laat gaat ge gewoonlijk slapen?
Waarom ben je zo laat nog op?
Een vreemdeling stapte op hem af en vroeg hem hoe laat het was.