Examples of using "Fiúnak" in a sentence and their dutch translations:
Ze kocht een stuk speelgoed voor de jongen.
- Soms kan hij een vreemde jongen zijn.
- Soms kan hij een rare kerel zijn.
Ze kocht een stuk speelgoed voor de jongen.
Die jongen heeft zwart haar.
Tom is geen jongen meer.
De jongen heeft een appel in zijn zak.