Examples of using "Accendere" in a sentence and their dutch translations:
- Heeft u een aansteker?
- Heb je een vuurtje voor mij?
- Hebt ge een aansteker?
Hebt ge een aansteker?
Zou je het licht aan kunnen doen, alsjeblieft?
We kunnen hier een klein vuur maken...
Mag ik de televisie aanzetten?
Kan je het licht aandoen?
We kunnen hier een klein vuur maken...
- Heb je een vuurtje voor mij?
- Hebt ge een aansteker?
Of stop ik om een vuur te maken?
Wilt u zo vriendelijk zijn om het licht aan te doen?
Wil je zo vriendelijk zijn de tv aan te zetten?
Het is altijd goed 'n vuur te maken. Het schrikt roofdieren af.
En ik kan hieronder reiken om het aan te steken.
Dus jij denkt dat we moeten stoppen en een vuur moeten maken?
Steek de kaars niet aan!