Examples of using "Dolce" in a sentence and their dutch translations:
- Wat lief!
- Hoe lief!
- Schattig!
Ik wil iets zoets.
Het smaakte zoet.
Suiker is zoet.
De banaan is zoet.
Deze appel is zoet.
- Chocola smaakt zoet.
- Chocola is zoet.
Maar het is niet alleen zoet.
Deze cake is erg zoet.
Lelies ruiken zoet.
De appel smaakt zoet.
- De koek smaakt zoet.
- De cake smaakt zoet.
Perziken smaken zoet.
Het gerecht is te zoet voor Tom.
Jouw kus is zoeter dan honing.
Als de bloemen opengaan, dienen de zoete geur...
De Franse croissant is een gebak in de vorm van een halve maan.
dat een zachtere smaak heeft, makkelijker in gebruik is