Examples of using "Nara" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb Nara bezocht.
Nara is een heel oude stad.
Nara is een heel oude stad.
Deze foto is genomen in Nara.
Nara is zo oud als Kioto.
In Japan zijn er heel veel mooie steden, zoals bijvoorbeeld Kioto en Nara.
Er zijn mooie steden in Japan, Kioto en Nara bijvoorbeeld.
Japan heeft veel mooie steden, zoals Kyoto en Nara.