Examples of using "Pollo" in a sentence and their dutch translations:
Kip, alstublieft.
- Ze kocht een kip.
- Ze heeft een kip gekocht.
- Ik hou van kip.
- Ik hou van kippen.
- Ik ben gek op kip.
- Ik ben dol op kip.
Bangerik!
- Dit vlees is kippenvlees.
- Dit vlees is kip.
- Dit vlees is kippenvlees.
- Dit vlees is kip.
Het smaakt naar kip.
Ik eet elke dag kip.
Dit vlees is kippenvlees.
De kip is roze.
Hij houdt van kipnuggets.
Nee, vegetariërs eten geen kip of vis.
Toen ik de keuken binnenliep was ze kip curry met rijst aan het klaarmaken.
Een kalkoen is iets groter dan een kip.