Examples of using "その時・・・" in a sentence and their dutch translations:
En dan, bam.
En toen had ik door
Ik was toen in Canada.
Tot dan.
- De klok klopt niet.
- De klok staat niet goed.
Het was stil in het bos toen.
- Op dat ogenblik was ik thuis.
- Ik was toen thuis.
- Ik was toen aan het douchen.
- Ik stond toen onder de douche.
Toen kreeg ik een goed idee.
Het enige wat ik kon zeggen was:
Op dat moment was ik nog wakker.
En wat zagen we?
- Ik keek toen tv.
- Dan keek ik televisie.
Dit horloge is gemaakt in Zwitserland.
Hij keek toen geen televisie.
Het honkballeven was toen ten einde.
Toentertijd voelde het als de juiste beslissing.
Was je toen op school?
Als ik dan mijn nichtje van mijn schouders haal
De telefoon werd op dat moment gebruikt.
De inheemsen zagen toen voor de eerste keer een vliegtuig.
Ik ontmoette mannen die tot 's werelds beste spoorvolgers behoren.
Dan pas besefte ik wat hij had willen zeggen.
Zeg mij wat ge op dat ogenblik gezien hebt.
Sindsdien zijn er drie jaar voorbijgegaan.
Toentertijd vond ik dat eigenlijk best een slim antwoord.
Ze was bijgelovig, zoals de mensen uit die periode meestal waren.
In het beste geval heb ik op dat moment mijn halve leven er nog niet opzitten.
Het is zo makkelijk om ons alleen te bekommeren om de dag van vandaag
- Daarna heb ik niets meer van hem gehoord.
- Ik heb sindsdien niet meer van hem gehoord.
Het drama op tv was zo populair dat het de interesse van de mensen voor het tijdperk opwekte.
Sindsdien heb ik haar niet meer gezien.
Ze werd slechts een generatie na de slavernij geboren; in een tijd toen er geen auto's op de weg reden en geen vliegtuigen in de lucht vlogen; toen iemand als zij om twee redenen niet mocht stemmen - omdat ze een vrouw was en door de kleur van haar huid.