Examples of using "助けて!" in a sentence and their dutch translations:
- Help me.
- Help!
- Help mij!
- Help me!
Help!
Help!
- Help mij a.u.b.
- Help me a.u.b.
- Help me alsjeblieft.
Help!
Help me.
"Hulp, hulp!" riep ze.
- Help mij a.u.b.
- Help me a.u.b.
- Help me alsjeblieft.
- Help me a.u.b.
- Help me alsjeblieft.
- Help mij a.u.b.
- Help me alsjeblieft.
- Help me alstublieft.
Kan iemand me helpen?
Help Tom!
- Kunt u me helpen?
- Kan je me helpen?
- Help me a.u.b.
- Help me alsjeblieft.
- Help me alsjeblieft.
- Help me alstublieft.
Hij vroeg mij hem te helpen.
- Kan iemand me helpen?
- Wil iemand me even helpen?
Ik heb uw hulp nodig.
- Iemand, help me a.u.b.
- Iemand, help me even.
- Laat iemand me helpen.
Ik twijfel er niet aan dat hij me zal helpen.
Met luide stem riep hij "Help!"
Sorry dat ik je niet kon redden.
Ik heb veel vrienden om me te helpen.
Ze was zo goed mij te helpen.
Ik hoop dat hij ons zal helpen.
Ik heb niemand die mij helpt.
Ik vroeg hem om me te helpen.
Ik heb genoeg vrienden die me zullen helpen.
Ik heb Mike gevraagd me te helpen.
En nu wil ik jullie vragen om ons te helpen.
Ik heb veel vrienden die me kunnen helpen.
Ze heeft onze hulp nodig.
Bedankt voor uw hulp.
Hij kwam ons vragen hem te helpen.
Een echte vriend zou me geholpen hebben.
Ik wou dat hij hier was om ons te helpen.
Tom haalde Mary over hem te helpen.
Zal je hen helpen?
Ons succes hangt ervan af of u ons helpt of niet.
Hij heeft een kleine jongen van de verdrinkingsdood gered.
Zonder uw hulp was ik verdronken.
- Ze heeft hulp nodig.
- Hij heeft hulp nodig.
Bedankt voor jullie hulp.
Ik moet deze mensen helpen.
Ik heb je hulp nodig.