Examples of using "手伝って。" in a sentence and their dutch translations:
- Help ons.
- Help ons!
Help me met mijn huiswerk.
- Wil iemand me even helpen?
- Iemand, help me even.
Willen jullie me helpen?
Help mij gewoon.
Help me.
- Bob heeft mij geholpen.
- Bob heeft me geholpen.
- Bob hielp mij.
Kom ons helpen.
Zou je me kunnen helpen?
Taro, kun je mij helpen?
Mijn vader zal me helpen.
- Bedankt voor je hulp.
- Bedankt voor de hulp.
- Bedankt voor het helpen.
- Kom naar hier en help mee.
- Kom en help een handje.
Kan je me helpen?
- Help me a.u.b.
- Help me alsjeblieft.
Help me deze steen te verplaatsen.
- Kan iemand me helpen?
- Wil iemand me even helpen?
Zij hielp haar broer bij zijn huiswerk.
- Ze helpt hem.
- Ze is hem aan het helpen.
Ik moet haar helpen.
- Bedankt voor uw hulp.
- Bedankt voor je hulp.
- Bedankt voor de hulp.
- Bedankt voor het helpen.
- Bedankt voor jullie hulp.
- Kun je me helpen met de afwas?
- Kun je me helpen de afwas te doen?
- Iemand, help me a.u.b.
- Iemand, help me even.
- Laat iemand me helpen.
- Bedankt voor je hulp.
- Bedankt voor de hulp.
- Bedankt voor het helpen.
Mijn vrouw helpt me bij het bouwen van de wegen.
- Moet ik je helpen?
- Wilt ge dat ik u help?
Wie helpt haar?
Kun je me een beetje helpen?
Ik heb je nodig.
Hij heeft aangeboden me te helpen.
Hij deed grote moeite mij te helpen.
Ik wil graag wat hulp.
Kom hier en help me.
Hij hielp me verhuizen.
Help je me even de kamer schoon te maken?
- Ik zal je helpen.
- Ik zal u helpen.
- Ik help je.
- Ik help u.
- Ik help jullie.
- Ik zal jullie helpen.
Zal hij ons helpen?
Ik help hem.
Help me alsjeblieft met dit deksel eraf te krijgen.
Maria gaat ons morgen helpen.
- Kunt ge mij helpen als ik verhuis?
- Kunt u me helpen wanneer ik verhuis?
Ik wil dat je me helpt met mijn huiswerk.
Hij hielp me mijn horloge te repareren.
Bedankt voor jullie hulp.
Kun je me helpen met afwassen?
"Dank u wel voor de hulp." "Graag gedaan."
"Dank voor je hulp." "Graag gedaan."
Help me alsjeblieft een trui uit te kiezen die bij mijn nieuwe jurk past.
Ik gaf hem drie boeken in ruil voor z'n hulp.
Ik dank u voor uw hulp.
- Ik heb jouw hulp niet nodig.
- Ik heb uw hulp niet nodig.
- Ik heb jullie hulp niet nodig.
Neen, ik heb niet geholpen.
"Kan iemand mij helpen?" "Ik zal helpen."
Ik moet hem helpen.
- Help me alsjeblieft.
- Help me alstublieft.
- Help me a.u.b.
- Help me alsjeblieft.
Help hem als hij het druk heeft.
- Ik verwacht dat hij ons zal helpen.
- Ik verwacht dat hij ons helpt.
Neen, ik heb niet geholpen.
Bedankt voor uw hulp.
Reken maar niet op zijn hulp.