Examples of using "Wysłałem" in a sentence and their dutch translations:
- Ik heb je een e-mail gestuurd.
- Ik heb u een e-mail gestuurd.
- Ik heb jullie een e-mail gestuurd.
- Ik heb het per post verzonden.
- Ik verzond het per post.
- Ik heb haar een pop verstuurd.
- Ik heb haar een pop gezonden.
Ik heb het twee dagen geleden naar je toegestuurd.
Vorige week heb ik u een brief gestuurd en vandaag stuur ik u er nog één.