Examples of using "Cigarrillo" in a sentence and their dutch translations:
Ik moet een sigaret hebben.
- Doof uw sigaret a.u.b.
- Maak je sigaret alsjeblieft uit.
Ik smacht naar een sigaret.
- Ik heb een sigaret nodig.
- Ik moet een sigaret hebben.
Heb je een vuurtje en een sigaret?
We worden ons bewust van de gevaren van passief roken.