Translation of "Muero" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Muero" in a sentence and their dutch translations:

Me muero.

- Ik ga dood.
- Ik sterf.
- Ik ben aan het sterven.

¡Me muero de hambre!

Ik heb ontzettende honger.

Me muero del aburrimiento.

Ik verveel me dood.

- ¡Me muero de hambre!
- Me estoy muriendo de hambre.
- Muero de hambre !

- Ik ga dood van de honger!
- Ik ben uitgehongerd.
- Ik sterf van de honger!

Si muero, quiero morir virgen.

Als ik sterf, wil ik als maagd sterven.

- Me muero.
- Me estoy muriendo.

- Ik ga dood.
- Ik sterf.
- Ik ben aan het sterven.

Me muero por un cigarrillo.

Ik smacht naar een sigaret.

Me muero de ganas de ver París.

Ik zou heel graag Parijs zien.

- ¡Me muero de hambre!
- Estoy muerto de hambre.

- Ik ben uitgehongerd.
- Ik rammel van de honger.

Si muero, quiero morir donde nunca nadie me encuentre.

Als ik sterf, wil ik ergens sterven waar niemand me ooit zou vinden.

- ¡Me muero de hambre!
- ¡Me estoy muriendo de hambre!

Ik ga dood van de honger!

- ¡Me muero de hambre!
- Me estoy muriendo de hambre.

Ik ga dood van de honger!

- Me estoy muriendo de sed.
- Me muero de sed.

Ik sterf van de dorst.

Han pasado las horas de la vida, muero de risa.

De uren van het leven zijn voorbij, lachend zal ik sterven. '

Les tengo un miedo a las serpientes que me muero.

Ik ben vreselijk bang voor slangen.

Si muero hoy, te penaré cada minuto de tu vida.

Als ik vandaag sterf, zal ik je elke minuut van je leven achtervolgen.

- ¡Me muero de hambre!
- Estoy hambriento.
- Estoy muerto de hambre.

Ik ben uitgehongerd.

¡Me muero de hambre! Daos prisa y dadme algo de comer.

Ik ben uitgehongerd! Schiet op en geef me iets te eten.

Me muero de curiosidad por saber que hay en aquella enorme caja azul.

Ik ben doodnieuwsgierig naar wat er in die enorme blauwe doos zit.

Solo quiero que sepas que si muero hoy, te penaré por el resto de tu vida.

Ik wil je alleen maar laten weten, dat als ik vandaag sterf, dan zal ik je achtervolgen voor de rest van je leven.

- ¡Me muero de hambre!
- Me estoy muriendo de hambre.
- Tengo mucha hambre.
- Estoy muy hambriento.
- Tengo muchísima hambre.

- Ik heb ontzettende honger.
- Ik heb honger als een paard.
- Ik verga van de honger.
- Ik ben uitgehongerd.
- Ik rammel van de honger.
- Ik ga kapot van de honger.

- ¡Me muero de hambre!
- ¡Tengo mucha hambre!
- ¡Estoy muerto de hambre!
- Tengo más hambre que Dios talento.
- Tengo más hambre que Carpanta.

Ik ben uitgehongerd.