Examples of using "Nado" in a sentence and their dutch translations:
Ik zwem bijna elke dag.
- Ik zwem elke dag.
- Ik zwem iedere dag.
Ik zwem bijna elke dag.
Ik kan de rivier overzwemmen.
- Ik zwem eenmaal per week.
- Ik zwem één keer per week.
Hij leerde zijn zoon zwemmen.