1. Home
  2. Translation in context
  3. Spanish-Dutch
  4. Pusimos

Translation of "Pusimos" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Pusimos" in a sentence and their dutch translations:

Nos pusimos de acuerdo.

- We zijn het eens.
- We waren het eens.

Pusimos trampas para atrapar cucarachas.

We zetten vallen om kakkerlakken te vangen.

Todos nos pusimos de pie.

We stonden allemaal.

Pusimos los regalos de Navidad bajo el árbol.

We hebben de kerstcadeautjes onder de boom gelegd.

Unos meses después nos pusimos en contacto con esa madre.

We zochten de moeder een paar maanden later op.

Los dos nos pusimos a sonreír casi al mismo tiempo.

- Wij beiden begonnen vrijwel gelijktijdig te glimlachen.
- We begonnen allebei bijna op hetzelfde moment te glimlachen.

- Hicimos fila para subir al colectivo.
- Nos pusimos en cola para subir al autobús.

Wij gingen in de rij staan om in de bus te stappen.

- Los dos nos pusimos a sonreír casi al mismo tiempo.
- Los dos sonreímos casi al mismo tiempo.

We glimlachten beiden op bijna hetzelfde moment.

Nos pusimos de punta en blanco, ella con un elegante vestido de noche y yo con corbata y traje.

We doften ons op, zij in een chique avondjurk en ik in pak met stropdas.