Examples of using "Gömleği" in a sentence and their dutch translations:
Wiens shirt is dit?
Toms hemd is gekreukeld.
- Wil je dit shirt hebben?
- Wil je dit overhemd hebben?
- Ik vind dat paarse shirt leuk.
- Ik vind dat paarse overhemd leuk.
Hoe kom je aan dat hemd?
Ik denk dat het tijd is om dit hemd te wassen.
Mag ik het groene hemd eens zien?
- Hij heeft een zwart hemd.
- Hij heeft een zwart overhemd.
Ze droeg een mannenhemd dat haar niet paste.
Tom probeerde een overhemd aan dat hij leuk vond, maar het was te klein.
Tom wilde het hemd niet dragen dat zijn moeder hem voor Kerstmis had gegeven.