Examples of using "Oturdum" in a sentence and their dutch translations:
Ik ging zitten.
Ik zat tussen hen.
- Ik zette mij naast hem.
- Ik ging naast hem zitten.
- Ik zat dicht bij John.
- Ik zat naast John.
Ik ging zitten en opende mijn laptop.
- Ik zette mij tussen Tom en John.
- Ik ben tussen Tom en John gaan zitten.
Ik zat voor in de bus.
Ik ging zitten en opende mijn laptop.
Ik zat tussen Tom en John.
Dus ik viel voorover en zat daar met hem,
Ik ben als eerste gekomen en ben op de beste plaats gaan zitten.
Ik ben de hele nacht opgebleven.