Examples of using "Blonde" in a sentence and their dutch translations:
- Ze is een blond meisje.
- Ze is blond.
- Ze is een blonde meid.
Ze is een blondine.
Maria is blond.
Ze is een blonde meid.
Ik ben natuurlijk blond.
Ben je van nature blond?
Ze is een dom blondje.
Emily heeft blond haar.
Ik heb blond haar.
- Ben je van nature blond?
- Bent u van nature blond?
- Zijn jullie van nature blond?
Mijn dochter is blond.
Layla was zo blond.
Ik verfde mijn haar blond.
Ze verfde haar haar blond.
Ik heb lang blond haar.
Maria heeft lang blond haar.
Is Mary een echte blondine?
Ik ben natuurlijk blond.
Ze heeft blond haar en blauwe ogen.
Hij heeft groene ogen en blond haar.
Ze heeft blauwe ogen en blond haar.
Ze heeft groene ogen en blond haar.
Maar ik raak er wel aan gewend weer blond te zijn.
Het blonde meisje heeft een heel mooi decolleté.
Ze is een blondine.
Veel Duitsers hebben blond haar en blauwe ogen.
Ze is blond.
Hij is blond.
Die dikke blonde met haar joekels van borsten is zo dom als een koe.
Heeft iedereen in Zweden blond haar en blauwe ogen?
Weet jij, wie die lange groengeklede blondine is?
Maria is een mooie meid met blond haar en blauwe ogen.