Translation of "L'accepter" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "L'accepter" in a sentence and their dutch translations:

Voulez-vous l'accepter ?

Kunt u dit aannemen, alstublieft?

Devons-nous juste l'accepter ?

Of is het gewoon iets waarmee we moeten leven?

Mais ils ne semblent pas vouloir l'accepter.

Maar ze lijken hem niet te accepteren.

Si elle sait que c'est moi qui a envoyé le cadeau, elle ne va pas l'accepter.

Als zij wist dat ik degene ben die het cadeau heeft gestuurd, zou ze het niet aannemen.