Translation of "ärgerte" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "ärgerte" in a sentence and their dutch translations:

Tom ärgerte Mary.

Tom plaagde Maria.

Sie ärgerte ihn.

Ze ergerde hem.

Die Antwort ärgerte mich.

Het antwoord maakte mij boos.

Beim Pizzaessen ärgerte er seine Schwester.

Terwijl hij een pizza at, was hij zijn zus aan het plagen.

Tom ärgerte sich nicht wegen Mary.

Tom werd niet boos op Maria.

Er wurde vergesslich, was ihn sehr ärgerte.

Hij werd vergeetachtig, wat hem heel erg stoorde.

ärgerte er Napoleon, indem er Befehle zweimal ignorierte.

irriteerde hij Napoleon door tweemaal bevelen te negeren.

- Die Antwort ärgerte ihn.
- Die Antwort verärgerte ihn.
- Die Antwort machte ihn ärgerlich.

Dit antwoord maakte hem woedend.

- Beim Pizzaessen ärgerte er seine Schwester.
- Indem er eine Pizza aß, verärgerte er seine Schwester.

Terwijl hij een pizza at, was hij zijn zus aan het plagen.