Examples of using "ärgerte" in a sentence and their dutch translations:
Tom plaagde Maria.
Ze ergerde hem.
Het antwoord maakte mij boos.
Terwijl hij een pizza at, was hij zijn zus aan het plagen.
Tom werd niet boos op Maria.
Hij werd vergeetachtig, wat hem heel erg stoorde.
irriteerde hij Napoleon door tweemaal bevelen te negeren.
Dit antwoord maakte hem woedend.
Terwijl hij een pizza at, was hij zijn zus aan het plagen.