Examples of using "Kardeşimi" in a sentence and their dutch translations:
Ik bel mijn zus op.
Ik ben op zoek naar mijn broer.
Ik mis mijn kleine zus.
Heb je m'n zus gezien?
- Je kent mijn broer niet.
- U kent mijn broer niet.
- Jullie kennen mijn broer niet.
Je kent mijn zus, toch?
Laat mij u mijn zuster voorstellen.
Wanneer heb je mijn broer voor het laatst gezien?
Wanneer heb je mijn broer voor het laatst gezien?
Ze zei mij dat ze mijn broer kent.
Ik vertrek volgende week naar Vancouver om mijn zus te zien.
Ze verwarde mij met mijn broer.
Je kent mijn zus, toch?