Examples of using "J’y" in a sentence and their dutch translations:
Ik kom.
Ik ga er alleen heen.
Ik bluf.
- Ik ga.
- Ik zal gaan.
Als Tom gaat, dan ga ik ook.
- Ik ga.
- Ik zal gaan.
Oh, is het al zo laat? Ik moet gaan.
Wat er ook gebeurt, ik ben voorbereid.